Het eerste en tweede jaar
Om een nieuwe taal eigen te maken
zullen we ons moeten verbinden met het wezen
achter haar woorden, haar diversiteit en mogelijkheden.
Het eerste en tweede jaar staat in het teken van de weg naar binnen. Kun je zicht krijgen op de diversiteit van de Organische Vormgeving? Kan je je vormgeving verruimen door nieuwe ingangen van beeldend werken te onderzoeken?
In beide jaren komen de zeven orgaangebieden aan de orde:
De organische beeldhouwkunst kent namelijk zeven verschillende bronnen waar vanuit de beeldhouwer zijn beelden kan maken. Zeven orgaan gerelateerde bronnen die we kunnen gaan gebruiken als vormgever door bewust de mogelijkheden van elk van deze zeven te onderzoeken.
In dit opleidingsjaar gaan we beelden maken vanuit elk van de zeven orgaan gebieden. Je leert hierdoor meerdere stijlen van werken kennen. Wat diepte geeft aan je eigen vorm-vocabulaire.
Twee voorbeelden van orgaan gerelateerde beelden volgt hieronder.
Eerst een beeld die gevormd is vanuit de "long":
Long
Beelden uit de long-sfeer, zoals het beeld hierboven, zijn beelden die uit verschillende onderdelen samengesteld zijn. Elk onderdeel heeft zijn grenzen. Het bijzondere van beelden uit de long-sfeer is de samenspraak tussen de verschillende onderdelen. Een soort synergie waarbij het geheel meer is dan de som der delen. Met deze beelden boetseer je als het ware tussen de verschillende vormen. Zoals muziek tussen de muzieknoten kan ontstaat. Zo kan een beeldend verhaal ontstaan tussen de verschillende vormonderdelen.
Lever
Beelden uit de lever-sfeer, zoals het beeld hier boven, hebben ten opzichte van long-beelden een meer innerlijk verhaal. Van binnenuit lijkt het beeld naar buiten toe vorm te krijgen. Holle en bolle plastische vormen wisselen elkaar af. Dit geeft het gehele beeld een dynamisch en levenskrachtig voorkomen. Het gaat in een lever-beeld veelal om een harmonisch “gecomponeerd” vormen spel. Lever-beelden zinderen van een wil om te leven. Ze zijn nog niet gestold in een vorm, maar lijken min of meer nog "vloeibaar" te zijn.
Naast het vormonderzoek via de organen gaan we in het eerste jaar van start met het onderzoek van de eigen biografische levensprocessen: Welke waarde heeft de beeldhouwkunst voor jouw leven? Hoe heb je daar op een eigen unieke manier vorm aan gegeven? Welke roeping klinkt daarin door?
In het eerste jaar van de opleiding maak je kennis met bronsgieten. Dit doen we vanuit een beeld dat je gedurende het eerste jaar gemaakt hebt. We beginnen bij het inmallen, daarna loopt het proces via het uitstoken van de boetseerwas naar het daadwerkelijk bronsgieten. Als het beeld gegoten is leer je het beeld te slijpen en te frezen, om het uiteindelijk te patineren (kleuren).
We kunnen gebruik maken van de bronsgieterij op de Aardewerkplaats.
In het tweede jaar verdiepen we het bronsgieten. Je leert beelden te maken die hol zijn. In dit jaar gaan we ook met water-beelden aan de slag. We maken beelden van cement waar doorheen water kan stomen.
Het komt voor dat een beeld op lokatie gegoten wordt. Zodat de opdrachtgevers erbij kunnen zijn.
Hierboven een foto-impressie van bronsgieten door medewerkers van de Aardewerkplaats in de Gudulakerk in Lochem.
Hierboven een foto-impressie van bronsgieten door medewerkers van de Aardewerkplaats in de Gudulakerk in Lochem.